15 april 1996, ik ben op dat moment 18.
’s ochtends vroeg gaat de telefoon.
Ik hol naar beneden en hoor de stem aan de andere kant van de lijn zeggen dat we nu moeten komen.
In een waas maak ik mama en zus wakker en loop verloren in mijn gedachten en weet niet van welk hout pijlen maken.
Papa is stervende.
Het zijn zijn laatste uren.
De voorbije jaren waren een gevecht tegen de vreselijke ziekte ALS, waar ik samen met mama en zus, en letterlijk ook gedragen door vrienden en familie, papa’s lichaam zag aftakelen.
Het besef van de eindigheid was op die maandag nog niet geland in mijn brein.
We rijden naar Westmalle, waar papa in een prachtige omgeving de laatste maanden verbleef omdat er thuis verbouwd werd voor de rolstoel. De stomme traplift en de regelgeving van de overheid zorgde voor vertraging, waardoor zijn sterven dus niet in zijn geliefde thuis ging gebeuren, maar in een bed in een revalidatiecentrum, omringd door ons, zijn dames, één van zijn schoonzonen en zijn allerbeste vrienden. Zijn moeder, mijn oma, was onderweg vanuit het verre Leuven.
Als in een waas worden we meegenomen in zijn ademhaling, die stap voor stap anders wordt, en hij meer en meer wegglijdt in de sluiers van … goh ja, van wat eigenlijk? Wanneer de ademhaling met tussenpozen van 5, 6 , .. en langere minuten komt hebben we zijn handen vast en streelt hij nog zachtjes met zijn duim over de mijne. Ik grijp mijn zus haar hand en steek die gauw erbij. Ook daar, een laatste streel over haar hand.
‘vertrek maar papa, ’t is goed geweest, ga maar’ , hoor ik mezelf zeggen, mijn hart in duizend stukken omdat hij moét gaan, en tegelijk overlopend van Liefde omdat ik hem zo graag zie, dat hij màg gaan, dat ik hem los kan laten en dat het lijden mag stoppen.
Het wordt het startpunt van een heel nieuw leven, waar die Liefde, die eindeloze, universele Liefde, altijd mijn kompas zou worden en me de weg zou tonen.
Het is die Liefde die voor mij alles draagt en waar ik elke dag voor wil kiezen. Dié Liefde brengt me vandaag in deze job: dichtbij de dood en tegelijkertijd zo dicht bij leven. Het is die Liefde die me elke keer uitnodigt tot de essentie, zodat ik kan doen wat écht nodig is.
Dié Liefde brengt me vandaag in deze job: dichtbij de dood en tegelijkertijd zo dicht bij leven.
het is de schoonste job ter wereld